Hubert Sumlin (1931 – 2011)


Hoewel hij een prima solocarrière heeft gehad zal de persoon Hubert Sumlin altijd verbonden blijven met Howlin' Wolf. Hij was het immers die, meestal rustig en schijnbaar onbetekenend de mooiste gitaarsolo's wist te produceren en de songs van Wolf, zelfs de wat minder goede, tot grote hoogten wist te brengen. Maar ook met zijn solowerk weet hij steeds mensen te inspireren en hij wordt door mensen als Ron Wood, Michael Bloomfield, Keith Richard en Eric Clapton als een van hun grote voorbeelden genoemd. 


Hubert Sumlin wordt op 16 november 1931 geboren in Greenwood, Mississippi. groeit op in Hughes, Arkansas, waar hij op achtjarige leeftijd heen is verhuisd. Zoals zo velen begint hij met het bespelen van een zelfbevestigde draad tegen de muur, de zogenaamde diddley-bow. Zijn moeder besteedt een weekgeld aan salaris voor de aanschaf van Huberts eerste gitaar, waarop hij zich de eerste beginselen van de blues bijbrengt. Als jongeman van tien ziet hij Howlin’  Wolf voor het eerst wanneer hij tijdens diens optreden door een raam letterlijk naar binnen valt. De eigenaar van de club wil hem verwijderen, maar door tussenkomst van Wolf mag hij blijven. Op school ontmoet hij de jonge harmonicaspeler James Cotton. Samen met gitarist Pat Hare en nog een pianist en drummer vormen zij een band, waarmee in de plaatselijke juke-joints wordt opgetreden. Howlin Wolf, die dan in West Memphis een radio-programma heeft biedt de jonge Sumlin en Cotton hun eerste '15 minutes of fame' tijdens zijn programma. Door dit optreden worden de beide jongemannen populair in de omgeving. 

Als Wolf in 1953 naar Chicago verhuist wil zijn vaste gitarist Willie Johnson niet mee en in Chicago huurt hij de diensten van Jody Williams in. In 1954 vraagt Howlin' Wolf hem naar Chicago te komen en de tweede gitaar voor zijn rekening te nemen. De jonge Hubert leert het vak door nacht na nacht in de begeleidingsband van Wolf te spelen. Op verzoek van Wolf volgt hij lessen bij een leraar klassiek gitaar aan het Chicago Musical College. Als zijn zelfvertrouwen gegroeid is en Williams de band in 1955 verlaat schuift hij van ritmegitarist door naar sologitarist. 


Sumlin speelt in 1956 een korte tijd met Muddy Waters in 1956, die bereid is hem drie keer zoveel te betalen als Wolf. Maar door het moordende tourschema besluit hij weer bij zijn oude baas terug te keren. Zijn scherpe gitaar is een belangrijk onderdeel in een groot deel van Wolfs platen, waaronder “Wang Dang Doodle”, ”Shake For Me”, “Hidden Charms”, “Three Hundred Pounds Of Joy” en “Killing Floor”. Ondanks het feit dat ze een behoorlijk stormachtige relatie hadden blijft Sumlin ruim twintig jaar bij Wolf spelen. In 1971 wordt een zieke Howlin' Wolf naar Londen gestuurd om daar met een aantal rockartiesten “The London Howlin' Wolf Sessions” op te nemen. De platenmaatschappij Chess wil dat Hubert thuis blijft, maar op aandringen van Eric Clapton, die ook aan het album meewerkt, mag hij toch aan de sessies meedoen. Hij is degene die Clapton de diverse gitaarlicks moet bijbrengen.


Na het overlijden van Howlin' Wolf in 1976 gaan Sumlin en diverse andere leden van diens band tot 1980 verder onder de naam The Wolf Pack. Sumlin gaat daarna verder als solo-artiest. Al tijdens zijn verblijf in de band van Howlin' Wolf heeft hij solo-uitstapjes gemaakt en, voornamelijk voor Europese labels, een aantal soloalbums uitgebracht. Dit is al begonnen in 1964 met een sessie in Oost-Berlijn, achter het IJzeren Gordijn, die door Horst Lippmann tijdens een tour van het American Folk Blues Festival plaatsvindt. Hier doen ook Willie Dixon en Sunnyland Slim aan mee. In latere jaren gaat hij ook zingen. Het blijkt een redelijk zanger te zijn, maar eigenlijk moet hij het meer van zijn krachtige gitaarwerk hebben. Het Franse Black & Blue brengt in 1975 “My Guitar And Me” uit, in 1976 gevolgd door “Groove”. Zijn solocarrière begint eigenlijk pas echt in 1986 als “Hubert Sumlin's Blues Party” verschijnt. Dit wordt in 1989 gevolgd door “Heart & Soul” en een jaar later door “Healing Feeling”. Een van zijn beste albums “I Know You” verschijnt in 2000.

Hoe groot de waardering van andere artiesten voor hem is blijkt uit het album “About Them Shoes”, dat in 2004 verschijnt. Hier wordt hij bijgestaan door gasten als Keith Richards, Eric Clapton, Levon Helm en David Johansen, terwijl zijn oude maatje uit West Memphis, James Cotton, ook zijn bijdrage levert. Cotton is kort na Sumlin naar Chicago vertrokken en heeft bij Muddy Waters gespeeld voordat hij aan zijn eigen solocarrière begon.


In 2002 wordt longkanker bij hem geconstateerd. Uiteindelijk wordt in 2004 een long bij hem verwijderd. Hij herstelt en is vrij van kanker. Zijn wil om muziek te maken en te leven is sterk en hij stopt helemaal met roken en drinken. Dit geeft hem zijn kracht weer terug en Hubert gaat gewoon door met optreden. In 2007 verschijnt het album  “Treblemaker”. In 2008 wordt Sumlin opgenomen in de Blues Foundation Hall of Fame.

Op 4 december 2011 is Hubert Sumlin in een ziekenhuis in Wayne, New Jersey, overleden aan de gevolgen van een hartfalen.


Hubert Sumlin is een van de beste en meest invloedrijke gitaristen uit de naoorlogse blues. Zijn gitaarspel heeft het werk van Howlin' Wolf verrijkt en daarmee is hij voor generaties jonge gitaristen een icoon geworden. Hoewel hij er nooit een heeft gewonnen is hij vier keer genomineerd geweest voor een Grammy en hij staat terecht op de 43ste plaats in de 100 Greatest Guitarists of All Time van Rolling Stone Magazine.


Share by: